zondag 29 oktober 2017

Brief

Aan alle predikanten, voorgangers en hen die op welke manier dan ook leiding geven aan (een deel van) een christelijke gemeenschap,

Afgelopen week kwam er weer eens een misbruikzaak openbaar. Dit keer in een evangelische gemeente. De reactie van de gemeenteleiding choqueerde mij. Allerlei emoties gingen door mij heen. Verdriet, boosheid, medelijden, onbegrip, machteloosheid en afkeer wisselden elkaar af. Ik las de artikelen die op internet en in de kranten verschenen en de reacties daarop. Natuurlijk realiseer ik me dat er aan alle verhalen die in de media komen kanten zitten die niet genoemd worden, dat er geen compleet beeld wordt gegeven. Maar dat weerhoudt mij er niet van om deze brief te schrijven.


De doofpot



Het zal ongeveer 1988 zijn geweest toen ik, destijds zo’n 14 jaar jong, mijn verhaal durfde te vertellen aan de conrector van de middelbare school. Ik had regelmatig gesprekken met hem omdat het niet goed ging met me. Hij was een doortastende man die al snel door had dat er meer aan de hand was dan de gebruikelijke puberteitsperikelen. Op een dag kwam het hoge woord eruit: ‘Mijn broer heeft me seksueel misbruikt’. Het misbruik was inmiddels gestopt maar ik droeg het als een geheim en last met me mee.


Mijn ouders werden ingelicht en een aantal maanden daarna moest ik bij een ouderling van de Gereformeerde Gemeente (mijn moeder en wij als kinderen waren lid van deze kerk) langs komen voor een gesprek. Ik kan me de tafel waar we aan zaten, bij hem in de woonkamer, het kleed dat op tafel lag, de kopjes op tafel en een aantal dingen die de ouderling tegen me zei nog herinneren alsof het gister was.


De man vroeg niet aan mij wat er gebeurd was, hoe lang het geduurd had, hoe ver het gegaan was, hoe het nu met mij ging en hoe ik kon leven met zulke heftige gebeurtenissen. Ik kreeg geen compliment dat ik de moed had gehad om met mijn verhaal naar buiten te komen. De man somde de informatie op die hij van mijn moeder had gekregen. Ik kreeg te horen dat ik geen makkelijk kind was en dat ik het mijn ouders wel heel lastig maakte. Er was dan ook wel veel gebeurd, zo zei hij. Maar, als hij het goed begrepen had, op dit moment was er geen sprake meer van nare gebeurtenissen tussen mij en mijn broer? Ik beaamde dat. Het woord ‘seksueel misbruik’ werd niet genoemd. Toen klonken de woorden die ik mijn leven lang niet meer zal vergeten:


‘Het is voor iedereen het beste dat we het dan vergeven en vergeten. Laten we het met de mantel der liefde bedekken.’


Met die woorden ging het deksel op de doofpot. Pas vele jaren later durfde ik weer met mijn verhaal in de openbaarheid te komen. Toen ik dat deed kreeg ik vanuit het hele land reacties van mannen en vrouwen die ook misbruik mee hadden gemaakt, in de kerk, in gemeenten, tijdens kinderkampen, thuis of in de familie waarbij op zondag trouw ter kerke werd gegaan. Er waren er maar heel weinig die op een goede manier door hun kerkelijke gemeente waren opgevangen en ondersteund.


Seksueel misbruik ook bij christenen



En nu, deze week weer zo’n verhaal. Een verhaal waarbij het slachtoffer niet onvoorwaardelijk gesteund wordt en waarbij de leiding van de gemeente er alles aan doet om hun straatje schoon te vegen. Een paar maanden geleden zag ik een documentaire over seksueel misbruik in de katholieke kerk. Ook daar gebeurde hetzelfde. Het verhaal van het slachtoffer werd door de geestelijke die nu verantwoordelijkheid droeg, in twijfel getrokken. De dader ging vrijuit.


Seksueel misbruik is van alle tijden. Ook vandaag de dag vindt misbruik plaats. Bij hele jonge kinderen, bij opgroeiende kinderen, bij tieners, pubers, jongvolwassenen. Het gebeurt ook, hoe pijnlijk en dieptriest het ook is, onder mensen die zich christen noemen. Mensen die op zondag uw samenkomst bezoeken en door de week misschien wel uitermate actief zijn in uw kerk of gemeente, kunnen in het verborgene minderjarigen die op welke manier dan ook aan hun zorgen zijn toevertrouwd seksueel misbruiken, manipuleren en onder druk zetten om te zwijgen en mee te werken.


Oproep



Ik zou een oproep willen doen aan iedereen die op wat voor manier dan ook leiding geeft in kerk of gemeente. Allereerst een oproep om alert te zijn en uw ogen niet langer te sluiten voor zaken die het daglicht niet kunnen verdragen. Train uw medewerkers zodat ze signalen herkennen. Creëer een veilige sfeer en cultuur waarin mensen durven komen met hun verhaal. Ook als het misbruik al voorbij is. En als er zo’n zaak aan het licht komt, alstublieft, wees er dan in eerste plaats voor de volle honderd procent voor het slachtoffer!


Ja, ook als u twijfels heeft. Ik werk in de jeugdzorg en als er door een jongere melding wordt gemaakt van seksueel misbruik, wordt de desbetreffende pleegouder of groepsleider direct geschorst (of het kind daar weggehaald). Veiligheid boven alles. Luister naar wat iemand vertelt en neem maatregelen. Maatregelen die veiligheid waarborgen voor het slachtoffer en die de dader beperken in zijn mogelijkheden om verder te gaan met zijn of haar vernietigende gedrag.


Probeer deze dingen niet binnen de gemeente op te lossen, daar zijn ze te groot voor. Schakel politie en professionele hulp in. En als het al zo is dat er een kerkelijk werker, een ouderling of diaken of andere leidinggevende beschuldigd wordt van misbruik, wees dan in vredesnaam transparant en open naar de rest van de gemeente en naar de buitenwereld. Probeer geen feiten te verdoezelen of mooier te maken. Zeg alstublieft niet dat een slachtoffer het in de hand heeft gewerkt of heeft uitgelokt. Daarmee zadelt u het slachtoffer met een nieuw trauma op.


Schuld belijden, toegeven dat er fouten zijn gemaakt, zeggen dat er dingen over het hoofd zijn gezien, is moeilijk en soms uitermate pijnlijk maar uiteindelijk minder schadelijk voor het slachtoffer en voor uw gemeente.


Steun het slachtoffer en moedig hem of haar aan om aangifte te doen. Niet vanuit wraak of genoegdoening, maar ter bescherming van het slachtoffer en om de kans op herhaling te verkleinen. Zorg dat er een netwerk om het slachtoffer heen komt te staan waar het terecht kan, zich veilig voelt en gesteund weet. Kijk samen met het slachtoffer waar behoefte aan is.


Open de doofpot



Mijn ervaring, als therapeut, is dat mensen vaak jarenlang wachten voor ze met het verhaal van seksueel misbruik naar buiten komen. Daarom is mijn oproep ook om oog te hebben voor diegenen die misschien al jarenlang een geheim met zich meedragen. Die daar nauwelijks mee durven te komen omdat de dader misschien zo goed bekend stond. Open de doofpot, ook al komen daarmee pijnlijke gebeurtenissen of schaamtevolle zaken aan het licht!


Ook in deze zaken zou ik u willen aanmoedigen om met elkaar als geestelijk leiders van de kerken en gemeenten in Nederland, open te staan voor verhalen van slachtoffers. Steun hen en sta voor hen klaar als ze hortend en stotend met hun pijnlijke geschiedenis tevoorschijn komen. Kijk met hen wat er nog mogelijk is en wat er nodig is. Zaken kunnen verjaard zijn en civielrechtelijk kan er dan niets meer gedaan worden, maar dan nog mag er openheid komen over wat er gebeurd is.


Slachtoffers van seksueel misbruik hebben over het algemeen professionele hulp nodig. Natuurlijk is het fijn als er ook pastorale hulp vanuit de gemeente kan worden geboden, maar zorg daarnaast ook voor goede professionele hulp.


Te snel aandringen op vergeving kan traumatiserend werken. Wees daar voorzichtig mee. Als slachtoffers al aan vergeving toekomen is dat meestal veel later in het traject. Eerst mag het verhaal verteld worden en de pijn benoemd worden.


Medeverantwoordelijk



In mijn situatie, met mijn broer, is het misbruik met de mantel der liefde bedekt. Ik bouwde met veel moeite mijn leven op, ging een heftige weg van herstel (zie mijn boek: ‘Tranen in mijn koffie’) en in mijn familie werd er nooit meer over gesproken. Totdat ik op een dag gebeld werd door een rechercheur. Of ik wilde getuigen tegen mijn broer. Er liep een zaak tegen hem. Zijn pleegdochter had aangifte gedaan van seksueel misbruik. Ik getuigde, mijn eigen zaak bleek verjaard te zijn, dus zelf kon ik geen aangifte meer doen.


Ik heb mezelf heel vaak afgevraagd of dit meisje ook misbruikt zou zijn geworden als die ouderling (en mijn ouders en de mensen om ons heen) mij destijds geholpen hadden om aangifte te doen. Ik voelde me medeverantwoordelijk voor haar misbruik. En ergens vind ik dat die ouderling ook medeverantwoordelijk is. Natuurlijk kun je je verschuilen achter het feit dat iedereen verantwoordelijk is voor zijn eigen daden. Hoewel... sprak God Adam in de hof van Eden niet aan, terwijl Hij wist dat Eva de vrucht geplukt had? Dat terzijde.


Beste geestelijk leiders van Nederland, van welke denominatie dan ook, laat u niet regeren door angst en schaamte, maar door de waarheid. Jezus, ons grote voorbeeld, stelde zonden aan de kaak en was wars van mooie buitenkanten. Hij was bewogen met hen die door het leven geraakt waren en sloot zijn ogen niet voor datgene wat niet klopte. Hij bracht het in het licht en rekende ermee af.


Ik wens u moed toe om voor de waarheid uit te komen, daadkracht om op te treden tegen onrecht, een bewogen hart voor hen die lijden door wat hen is aangedaan en wijsheid om in Jezus’ voetspoor christelijk Nederland te leiden.


Hartelijke groet,
Judith Stoker 

Meldpunt misbruik binnen kerken: klik hier 
Protocol misbruik binnen kerken en gemeenten: klik hier 
Meldpunt bij vermoeden van misbruik: klik hier
Maak je (vrijwilligers)organisatie veiliger: https://www.inveiligehanden.nl/

4 opmerkingen:

  1. De afgelopen dagen zijn er veel reacties geweest op de brief. Voornamelijk privéberichten van slachtoffers die nog niet de moed hebben om met hun verhaal naar buiten te komen. Mijn oproep aan iedereen die deze brief onder ogen krijgt is om hem door te spelen naar het leiderschap in jouw kerk of gemeente. Met elkaar mogen opkomen voor hen die onrecht is aangedaan en als christen een veilige haven worden! Het voelt voor mij als een utopie, maar laten we streven naar het hoogst haalbare in deze gebroken wereld!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dag Judith
    Dank voo4 je moed om niet langer te zwijgen.
    Het is bemoedigend dat dat andere slachtoffers ook durven gaan praten.
    Al zinkt de moed je in de schoenen van de reacties uit je naaste omgeving.
    Zelf heb ik lange tijd uit ontzetting,verbijstering ,schaamte en ongeloof mijn mond gehouden over mijn angst dat mijn inmiddels ex man een pedofiel is.
    Toen ik de bewijzen in handen had kon ik niet anders meer dan mijn mond open doen.
    Ik heb het 2x bijna met mijn leven moeten bekopen,en mijn kerk,waar ik eindelijk om hulp durfde schreeuwen negeerde me en sloot de gelederen.
    Juist de dader werd in bescherming genomen tegen de “ laster van een rancuneuze ex”
    Ik ben geruïneerd en geïsoleerd achter gebleven terwijl de preditor weer op jacht kan gaan.
    Het is soms ondraaglijk te weten van iemand die opnieuw slachtoffers gaat maken,terwijl niemand je gelooft,masr juist buiten sluit.
    Gelukkig weet Vader het.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dank je wel Sifra voor je reactie! Ik herken wat je schrijft dat het onverdraaglijk is dat daders vrijuit gaan... Wat heb ook jij veel meegemaakt en wat een onrecht is er toch! Sterkte voor jou.

      Verwijderen