vrijdag 5 augustus 2016

Vakantiebulletin (Koud)

Een volgende dag in ons vakantieavontuur. Het lijkt redelijk weer te worden en de ochtend verloopt rustig. Ik kleed me, optimistisch als ik ben, met een topje op een vrolijk gebloemde broek, en ga in de zon zitten met een boek. ‘t Is kouder dan ik dacht maar ik zet door. Het is tenslotte 5 augustus en dus vind ik dat het zomer hoort te zijn. De jongens zijn naar het vlot en Jan Willem heeft vandaag nog een zakelijke afspraak staan. 
 
Als het kippenvel op mijn armen staat vind ik het toch te gek worden. Ik ga naar binnen en trek toch maar een t-shirt aan. In de huisjes tegenover en naast ons is er flink wat bedrijvigheid. Het is vandaag wisseldag. Sommigen gaan naar huis na een midweek, week of nog langer, en vanmiddag komt een verse ploeg vakantiegangers het park weer vullen. Wij blijven nog een week. Ik moet wel even iets onderdrukken, want naar huis gaan zou ik ook prima vinden. Maar, vooruit, het belooft mooier weer te worden en de jongens hebben het naar hun zin. 
 
Ik stofzuig het huisje en ruim een beetje op. Dat verhoogt het gevoel van thuis zijn. Dan ga ik lekker met mijn boek in het zonnetje zitten. Ik lees verder in ‘Als God Zwijgt’ (zie de vakantiebulletin van 4 augustus). Wat een (h)eerlijk boek. Een verademing. Lekker om al die gedachten en vragen die ik bij tijd en wijle heb nu gewoon zwart op wit op papier te hebben staan. Tegelijk ook onder de indruk van wat mensen in hun levens allemaal meemaken. Er staan diverse verhalen in het boek. Verhalen van mensen met kanker of ernstige ziekten, mensen die dood gaan ondanks hartstochtelijk gebed, maar ook mensen die wonder boven wonder genezen. Juist dan als artsen de hoop opgegeven hebben of de statistieken voorspellen dat iemand het niet zal redden. Wonderlijk hoe het leven in elkaar zit. 
 
De lucht betrekt, het wordt frisser en ik ga naar binnen. Even chatten met één van mijn vriendinnen, die ik mis omdat de studie stil ligt tijdens de vakantie. Buiten begint het te regenen en ik verwacht ieder moment de jongens terug. Dat duurt toch langer dan gedacht maar uiteindelijk stormen ze behoorlijk nat het huisje binnen: ‘We werden achterna gezeten door een paar Belgen!’ Ach ja, zo gaat dat... ik kan me er iets bij voorstellen hoe het gegaan is en hoor het verhaal maar half. Ik bak een eitje zodat ze weer wat opwarmen en er wordt een filmpje gekeken. 
 
‘s Middags gaan we, het wordt inmiddels echt traditie, naar het zwembad. Het is heel rustig in het bad. Misschien ook wel omdat het wisseldag is. We gooien een poosje met een bal over, drijven wat en Damian snorkelt rondjes door het zwembad. Dan gaan we naar buiten, het bad daar heeft een duidelijk hogere temperatuur. Na een dik uur zwemmen ga ik eruit om te douchen. Damian wil opwarmen in het bubbelbad, maar ziet dan zijn nieuwe vriendjes in het binnenbad. Tja... wat nu... hij bibbert al van de kou, maar eigenlijk wil hij spelen. Ik vind het zielig en wil wat doen. Ik kan weinig beginnen. Ik geef hem een beker cola, draai hem even in z’n handdoek en spreek hem moed in. Maar daar wordt het niet warmer van natuurlijk. Uiteindelijk gaat hij een beetje boos in het bubbelbad zitten. 
 
Ik pak mijn boek erbij en ga lezen. Ik lees over het geloof in Gods almacht, in Zijn liefde, en over het leven. Als dingen in ons leven niet gaan zoals wij zouden wensen (en dan bedoel ik niet dat de melk op is terwijl we trek hebben in cappuccino) dan twijfelen we al snel aan óf Gods liefde voor ons, óf Zijn almacht. We redeneren wat simpel: Als God zoveel van ons houdt én Hij kan alles, dan zou Hij toch wel... Maar er is zoveel meer dan dat! De schrijver van Als God zwijgt wijst op de prachtige belijdenis van de drie vrienden van Daniël die op het punt stonden in het vuur gegooid te worden omdat ze niet wilden knielen voor het gouden beeld: 
 
Luister, ik geef jullie nog één kans. Straks horen jullie weer muziek van fluiten, harpen en andere instrumenten. Dan moeten jullie knielen en buigen voor het gouden beeld. Maar als jullie dat niet doen, dan laat ik jullie onmiddellijk in de brandende oven gooien. Welke god kan jullie dan nog redden?’ De drie mannen zeiden tegen de koning: ‘Voor ons is dat wel duidelijk. De God die wij dienen, kan ons redden uit uw macht. Maar zelfs als hij ons niet redt, dan nog zullen wij uw goden niet dienen. En we zullen ook niet buigen voor uw gouden beeld.’ (Daniel 3:15-18 BGT)
 
Wat een vertrouwen, wat een geloof. Maar ook wat een realistische kijk op de werkelijkheid. Geloven in God betekent niet dat Hij je zal redden uit iedere penibele situatie. Soms is het leven gewoon hard en gebeuren er geen wonderen. Wonderen zijn niet het resultaat van ons geweldige geloof of onze prachtige gebeden. Het leven is niet maakbaar, ook niet als je christen bent! 
 
In mijn ooghoek zie ik Damian uit het bubbelbad komen. Hij kijkt omhoog naar de glijbaan waar Mike en zijn vriendjes inmiddels bijna aan de beurt zijn. Zo snel hij kan over de gladde zwembadvloer gaat hij er ook heen. Het water is nog even koud, ik heb ook niet gebeden om een wonderbaarlijke verhoging van de watertemperatuur, maar hij gaat ervoor. Een kwartiertje houdt hij het vol en dan is het mooi geweest. We gaan eruit, kleden ons aan en eten een patatje bij de cafetaria. Dat is lekker warm. En mocht het weer afkoelen, we hebben nog drie haardblokken waarmee we de kou kunnen verdrijven!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten