woensdag 11 november 2015

Oprecht klungelen

Een nieuwe studie... het voelt als een nieuwe fase in mijn leven. Na twee opleidingsweekenden waarin ik zelf ook heb mogen snuffelen aan het werken als therapeut met deze voor mij nieuwe benadering van problemen ben ik heftig enthousiast. Wat ik die trainers daar zie doen, dat wil ik ook kunnen! Niet als trucje maar als manier van leven én werken. Toch voel ik me onwennig en onzeker en twijfel ik ergens diep van binnen aan mijn kunde en geschiktheid als hulpverlener.
Vol energie zet ik de volgende stap in de richting van het derde opleidingsweekend. Ik maak de tafel leeg, pak mijn boeken, aantekeningen, markeerstift, pen en een grote mok koffie en ga zitten. De eerste zin, of eigenlijk de omschrijving van de eerste paragraaf is direct raak:
“De kwaliteit van de oprechte klungelaar”

Zo... die zit! Dat is precies goed omschreven hoe ik me voel en wat ik eigenlijk ben, maar niet wil zijn. Mijn aandacht is gepakt en ik lees de herkenbare tekst door. Hoe je als hulpverlener geneigd ben om maar net te doen alsof je het allemaal al weet, terwijl je eigenlijk zoekend bent naar hoe je het moet aanpakken. En eigenlijk geef je dan ook nog eens het slechte voorbeeld voor je bezoeker van wie jij wel verwacht dat hij eerlijk is over zijn tekortkomingen en onzekerheden.
“Door oprecht te durven klungelen en daar eerlijk voor uit te komen zet de hulpverlener zijn eerste stappen op een levenslange leerweg...”
Ik lees het hoofdstuk in één ruk uit en slaak een diepe zucht van opluchting. Dit is bevrijdend! De enige die verwacht dat ik alles in één keer weet en goed doe ben ikzelf! Die lat leg ik zelf zo hoog. Niemand anders vraagt dat van mij.

Ik heb getwijfeld of ik hierover zou schrijven, want alleen al dit opschrijven is kwetsbaar. Maakt mij kwetsbaar, omdat ook de bezoekers van mijn praktijk dit lezen. Toch doe ik het want ik zie er vooral een hele grote kracht in. Een kracht die ik nu heel voorzichtig aan het ontdekken ben bij mezelf. Klungelen klinkt allesbehalve professioneel, dus wellicht dat ik na het publiceren van deze blog mijn praktijk kan sluiten omdat mijn bezoekers van mij verwachten dat ik het antwoord heb en de oplossing voor hun problemen. Dat risico neem ik dan maar. Ik hoop natuurlijk dat het anders uitwerkt en dat de nadruk veel meer komt te liggen op het woord “oprecht” dan op het woord “klungelen”.

Oprecht klungelen heeft vooral met mijzelf te maken. Niet met mijn kennis van methodes en technieken. Niet met mijn ervaringen die ik inmiddels heb opgedaan in mijn leven en met therapietrajecten. Nee, het heeft te maken met wie ik ben en met hoeveel ik van mezelf wil zien en ook bewust wil inzetten in de hulpverlening. Hoe oprecht wil ik zijn? Wil ik altijd maar overkomen als de sterke, optimistische, krachtige, humoristische vrouw of mag het twijfelende, soms angstige of juist boze / gefrustreerde deel van mij ook meedoen in het beeld dat mensen van mij hebben (en dat ik van mezelf heb... dat vooral). Ofwel: neem ik mezelf, wat ik ervaar, voel, denk, intuïtief oppik, serieus?

Eerlijk is eerlijk... daar heb ik moeite mee. Het is wat we in de opleiding noemen: “Het niet toegestane deel in jezelf”. Iets dat iedereen heeft en dat er bij iedereen anders uitziet. Het tegenovergestelde van datgene dat jij (en je omgeving) acceptabel vindt. Eigenlijk is het dát stukje in jezelf dat jij niet acceptabel vindt en dat er dus eigenlijk niet mag zijn.
Er zijn heel veel varianten te bedenken van niet-toegestane delen: Je mag boos zijn, je mag om hulp vragen, je mag fouten maken, je mag huilen, je mag een eigen mening hebben.
Bij mij viel het kwartje na het eerste opleidingsweekend. Ik zag het helder en duidelijk voor me wat mijn niet toegestane delen zijn: “Ik mag fouten maken / ik hoef het niet (in één keer) te kunnen” en “negatieve emoties mogen er zijn”.
Je kunt de niet toegestane delen vergelijken met om aandacht schreeuwende kinderen. Pas als je er naar luistert en hen ziet en erkent stopt het geschreeuw. Ze het zwijgen opleggen helpt maar voor eventjes.

Mijn leerdoel voor de komende vier jaar heb ik herschreven. Ik wil een oprecht klungelende maar kwalitatief goede hulpverlener worden. 
Oprecht: in de eerste plaats naar mezelf toe: Wat ervaar ik? Wat doe ik? Wat voel ik? Wat vertelt mijn gevoel me en ga ik dat in deze situatie inzetten? Oprecht naar de mensen om me heen door te kunnen delen dat ik met dezelfde angsten en schaamte en onzekerheid worstel als zij.
Klungelend: Vallen en opstaan, experimenteren en kijken wat er gebeurt. Kijken naar hoe anderen het doen en proberen wat daarvan bij mij past, of juist niet.
Kwalitatief goed: Me blijven verdiepen in de theorie, zo breed mogelijk en waar nodig dat gebruiken.

Ik hoop dat mijn voorbeeld anderen weer aanzet om ook oprecht te gaan klungelen. Misschien niet als hulpverlener, maar als mens. Als vriend of vriendin, als partner, als collega misschien. Laat ook eens iets zien van die andere kant van jou die er ook is en die schreeuwt om gezien te worden! Dat is spannend of misschien wel doodeng, maar het maakt je wel een completer mens. Een mooier mens!
Ik ga ervoor... klungel jij mee?

1 opmerking: