maandag 30 november 2015

Schatgraven!

Een man gaat op reis. Hij roept zijn dienaren bij zich, en hij geeft hun de opdracht om voor zijn geld te zorgen. De ene dienaar krijgt een miljoen, de tweede een half miljoen en de derde honderdduizend. De heer geeft elke dienaar het bedrag dat bij hem past. Dan gaat hij op reis. De dienaar die een miljoen gekregen heeft, gaat meteen aan het werk. Hij handelt met het geld en verdient er een miljoen bij. De dienaar die een half miljoen gekregen heeft, doet hetzelfde. En hij verdient er een half miljoen bij.  Maar de dienaar die honderdduizend gekregen heeft, graaft een gat in de grond. En hij verstopt het geld van zijn heer....
Na een lange tijd komt de heer terug. Hij wil weten wat de dienaren met zijn geld gedaan hebben.... (de eerste twee hebben het geld verdubbeld en worden geprezen)... dan komt de dienaar die honderdduizend gekregen heeft. Hij zegt: ‘Heer, ik weet dat u streng bent. Voor u is het nooit genoeg, u wilt altijd meer. Ik was bang dat ik uw geld zou verliezen. Daarom heb ik het verstopt in de grond. Kijk, hier is al uw geld terug.’ Dan zegt de heer tegen hem: ‘Jij bent een slechte en luie dienaar! Jij zegt zelf dat het voor mij nooit genoeg is en dat ik altijd meer wil. Waarom heb je mijn geld dan niet naar de bank gebracht? Dan had ik het nu met rente terug kunnen krijgen.’ (Uit Matteüs 25 Bijbel in Gewone Taal)

“Laat een ander dat maar doen... die is er beter in...”
“Dat kan ik niet...”
“Daar ben ik niet goed in...”
“Díe is toch zo creatief...”
“Het gaat me toch niet lukken...”
“Ik beteken voor niemand iets...”
“Wat heb je nou aan mij? Je hebt alleen maar last van me...”
“Ach, laat maar...”
“Als je wilt dat het mislukt moet je mij vragen...”
“Ik ben voor een dubbeltje geboren en zal nooit een kwartje worden...”

Met elke opmerking gooien we zand over de schat die we allemaal in ons hebben en die we misschien wel begraven hebben in de grond. Ik deed het jarenlang. Ik was niks, ik kon niks, een ander kon alles beter. Complimenten beschouwde ik als signalen dat iemand waarschijnlijk iets van mij moest of gedaan moest krijgen. Ik deed wat er van mij gevraagd werd, met name om ergens bij te horen, of omdat ik geen nee durfde te zeggen. Ik begroef mijn talenten. Ik snapte die derde dienaar wel. Heel goed zelfs. Ik was bang. Misschien nog niet eens zozeer voor God (die in dit verhaal met de heer wordt bedoeld), maar bang om te falen. Falen betekende in mijn ogen mislukken, en zou gegarandeerd afwijzing opleveren. Naast angst voor afwijzing speelde er ook nog iets anders, iets wat bij de dienaar in het verhaal vast ook meespeelde. Ik had een verkeerd beeld van mezelf en de schat die ik bij me droeg. Ik keek naar de mensen om me heen en vergeleek me met hen. En daarbij viel ik in het niets. Ik zag mensen die het gemaakt hadden, een goede baan hadden. Mensen met eigen kinderen, soms wel 4 of 5. Mensen die muzikaal waren en zongen, gitaar of piano speelden. Mensen die gastvrij waren en goed konden koken. Mensen die met iedereen een praatje maakten op een verjaardag. Mensen die een kring of zelfs een kerk leidden. Hoe meer ik zag, hoe kleiner ik werd.

Mijn schat heeft heel lang in de grond gezeten. Maar ik ben gaan graven. Aangespoord door vrienden, hulpverleners, Jan Willem en andere mensen om me heen begon ik heel voorzichtig te ontdekken dat ik, ja ik, talenten had. Dingen waar ik goed in ben, maar vooral ook, dingen die ik leuk vind. Ik nam pianoles en genoot van het spelen van klassieke stukken en opwekkingsmuziek. Ik was tevreden met het resultaat. Een concertpianist zou ik nooit worden, maar ik kon mezelf begeleiden als ik zin had om te zingen. Ik pakte mijn gitaar voor de dag en biechtte op de kring op dat ik eigenlijk best het zingen zou kunnen begeleiden. Ik sla de plank wel eens mis, en sommige nummers lukken helemaal niet... nou en?! Ik ging stukjes schrijven en genoot ervan. Ik zag hoe mensen bemoedigd werden door mijn schrijfsels en uit een heel ver weggestopt hoekje van mijn hart kwam een oude droom tevoorschijn... een boek schrijven. Ik deed het. Ook al wilden de grote uitgeverijen niet met mij in zee. Ik zocht naar mogelijkheden en weigerde me te laten tegenhouden door obstakels. Mijn boek kwam uit. Het was een succes. Niet vanwege de enorme verkoop, maar omdat ik mensen bereikte die hoop kregen door mijn verhaal. Ik werd gevraagd om te spreken en ik zei meteen ja. Een deel van mijn schat die ik heel diep onder de grond begraven had werd opgegraven. Mensen werden geraakt en bemoedigd. Ik werd zelf ook geraakt doordat ik zag hoeveel mensen er net zo waren als ik. Geknakt door het leven, twijfelend aan zichzelf, worstelend, moe en verdrietig. Ik overwoog om een eigen praktijk te starten waar ik mensen zou kunnen helpen. Jan Willem moedigde me aan en geloofde er misschien nog wel meer in dan ikzelf. Op mijn 40e verjaardag zaten we bij de kamer van koophandel en gaf ik mezelf een mooi cadeau: een eigen hulpverleningspraktijk: Voltooid Verleden Tijd. Het ging niet vanzelf, want ik moest vechten tegen de oude stemmen die twijfel en onzekerheid zaaiden. Maar ik besloot ze niet te geloven en door te gaan met schatgraven.
Het lukte, er kwamen echt mensen naar mijn praktijk en ik kon voor hen van betekenis zijn. Hen een stukje verder helpen, of soms zelfs een heel eind!
Ik besloot de opgegraven schat helemaal onder het stof vandaan te halen en op te gaan poetsen en startte in september met een vierjarige studie...

Hoe is het met jou? In welke dienaar herken jij je? Hoe denk jij over jezelf en over al jouw kwaliteiten en talenten? Ik ben blij met de Bijbel in gewone taal, want daardoor ontdekte ik iets moois. In oudere vertalingen wordt gesproken over een meester die zijn dienaren 5, 3 en 1 talent gaf. Ik vond dat eigenlijk nooit zo eerlijk... wat kon je nou met 1 talent doen? Als je er van de 5 een paar kwijt zou raken had je nog wat over. Maar als je die ene talent zou verspillen... ik snapte wel dat die knecht hem snel veilig had opgeborgen. In de vertaling hierboven wordt echter uitgelegd wat een talent is... en dat veranderd de zaak. Het is niet zo dat de één heel veel heeft, de ander een beetje, en een derde nauwelijks iets. Nee degene die het minst kreeg, kreeg alsnog 100.000! Meer dan genoeg dus! Zo is het ook met jou en mij. Wellicht hebben we geen miljoen mogelijkheden, maar we hebben meer dan genoeg! Als je er maar mee aan de slag gaat! Dus hou op om jezelf te vergelijken met een ander en ga schatgraven! Haal die verborgen talenten, mogelijkheden, kwaliteiten, hobby’s uit de grond (ook als je soms diep moet graven), en ga ermee aan de slag! Het loont de moeite en de beloning is geweldig!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten