donderdag 28 september 2017

Omdat ik het (niet) wil!

Supervisie


In het kader van mijn opleiding heb ik supervisie. Met een groepje van vijf studenten gaan we één keer in de 6 weken vijf uur lang aan de slag met thema’s uit de praktijk, casuïstiek en zaken waar we persoonlijk of als hulpverlener tegenaan lopen. Ik houd ervan. Lekker aan de slag met een kleine groep, meedenken, leren, ervaringen opdoen en soms ook gewoon observeren. Gisteren had ik de eerste supervisie na de vakantie. Ik had er zin in en ik had een thema om in te brengen.

Geven

De afgelopen maanden heb ik iets bij mezelf opgemerkt. Ik krijg het af en toe benauwd en voel me geïrriteerd als mensen een beroep op me doen. Ik kom in conflict met mezelf, wil het liefst heel hard ‘nee’ roepen, maar zeg tot mijn verbazing in de meeste gevallen toch ‘ja’. En nadat ik ‘ja’ gezegd heb baal ik van mezelf. Meestal heb ik geen lef genoeg om mijn ‘ja’ weer terug te draaien en doe ik wat de ander van mij vraagt, of wat ik denk dat goed is voor de ander.

Zo ben ik voortdurend aan het geven, aan het uitdelen. Op m’n werk, tijdens de studie, in contacten met anderen en eigenlijk overal waar ik ben. Heel bijbels ook, toch? De ander uitnemender achten dan jezelf, de minste zijn, dienen... als ik op grond van mijn gevende houding de hemel zou moeten verdienen, zou ik er wel komen. Het klinkt supernobel, maar ik loop mezelf voorbij. Dus, tijd om dit fenomeen te onderzoeken, en supervisie is daar een uitstekende gelegenheid voor.

Draagkracht


Ik vertel bij supervisie waar ik tegenaan loop. Dat ik het de laatste tijd benauwd krijg van mensen die iets van me willen, die steun of aandacht of contact willen. Ik voel irritatie en weerzin en kan zelfs bozig worden. Zo ken ik mezelf niet. Ik vind het niet oké van mezelf en ik vraag me af hoe het kan. Jan, de supervisor vraagt me of ik iets weet over draagkracht. We praten wat heen en weer en ik meen dat het met mijn draagkracht wel in orde is. Ik heb superveel talenten, energie voor tien, ideeën genoeg en geloof, hoop en liefde voor de hele wereld.

‘Er zit ook nog een ander element aan draagkracht’ zegt Jan. We zoeken met elkaar naar het antwoord en komen uiteindelijk met elkaar uit bij ‘ontvangen’. Vergelijk het met een auto, als die vol gas een paar honderd kilometer rijdt, moet er echt getankt worden.

Ik voel hem al aankomen. ‘Dus wat heb jij nodig? Wat is jouw benzine, en hoeveel krijg je daarvan?’ vraagt Jan. ‘Uh... tja, daar zit wel een dingetje zeg maar...’ grinnik ik. Echt blij ben ik niet, want dit vind ik een lastig punt. ‘Een dingetje of een groot probleem?’ Jan kijkt me aan en ik voel de ogen van de rest ook op mij gericht.

Ontvangen


Ik heb er al eerder tijdens mijn studie een inbreng over gedaan. Hoe ingewikkeld het voor mij is om hulp te vragen, om aan te geven wat ik nodig heb en om zorg en liefde te ontvangen. En nu zijn we weer op dit punt aangekomen. Het raakt me en ik voel me ongemakkelijk en een beetje stom. Hoezo moet ik ontvangen? Kom op, als volwassen vrouw heb je toch geen zorg en aandacht nodig? Doe normaal! Maar de mensen om me heen denken daar anders over. Ze zijn liefdevol en helpen me inzien wat ik nodig heb. Jan doet er nog een schepje bovenop: ‘Je bent hier van harte welkom, maar dan vooral om iets te krijgen. En dat geldt ook voor de opleidingsweekenden.’

Wat ingewikkeld. Want dat betekent dat ik vaker zal moeten kiezen voor mezelf in plaats van voor de ander. Helemaal mijn thema voor dit jaar, stilstaan bij wat ik voel en nodig heb en dat ook serieus nemen. Maar die ander dan? Ga ik die dan teleurstellen? En mag ik wel voor mezelf kiezen? Is dat niet vreselijk egoïstisch? Ja, wel als je dat overal en altijd zou doen, maar niet als je zoveel geeft, is de conclusie van de supervisiegroep.

Omdat ik het niet wil


Ik vind het lastig. Want hoe ga ik beter voor mezelf zorgen, dichter bij mezelf blijven, terwijl ik weet dat die ander iets van mij wil of nodig heeft? Als ik het ga uitleggen kwets ik die ander misschien of geef ik hem het gevoel dat het aan hem ligt. Ik merk dat het diep zit en we praten er over door. Ik noem het voorbeeld van mijn switch van intervisiegroep afgelopen studieweekend. Ik kies voor de ene groep en laat daarmee een andere groep die op mij rekende vallen. Wat moet ik zeggen als ze straks aan mij vragen waarom ik niet voor hen heb gekozen?

‘Nou, wat zou je zeggen als die vraag komt?’ Ik verzin allerlei antwoorden, maar ze worden ook allemaal afgekeurd. Ik weet het echt niet. Ik kom er gewoon niet uit. Jan helpt: ‘Ander voorbeeld. Er wordt vanavond aan de deur gebeld en daar staat een man, een kennis, die vraagt of je met hem uit wil. Wat zeg je?’ Ah, daar kan ik wat mee. ‘Ik ben al bezet, dus dat doe ik niet.’ zou ik zeggen. Nee, dat is dus niet waar Jan heen wil. Nieuwe poging, en daarna nog een paar maar dan opeens valt het kwartje.

‘Omdat ik het niet wil!’ zeg ik.

Dat is het! Hoe eenvoudig is het. Tjonge, dat had ik ook wel eerder kunnen bedenken. Ik herhaal het een paar keer voor mezelf: Omdat ik het niet wil! Het klinkt lekker.

Maar... heb ik iets te willen dan?


Ik begin het licht te zien en toch knaagt er nog iets. Want, heb ik wel iets te willen? Wat een pijnlijke gedachte constateer ik bij mezelf. Ik weet waar het vandaan komt. Het is een oude, vertrouwde en vastgeroeste gedachte.

Wat ik wilde was niet belangrijk vroeger. Wat de ander wilde, daar ging het om. Als ik misbruikt werd ging het niet over wat ik wilde. ‘Je doet wat ik wil!’ Ik deed het, want ik wilde overleven. ‘Ik wil niet dat je erover praat.’ Dan praat ik er niet over.

Ik schrik van mezelf. De woorden van mijn leertherapeut komen in gedachten. ‘Als jij zo met jezelf omgaat, en zo met je emoties omgaat, dan misbruik je jezelf.’ Ze heeft gelijk, en dit is er een voorbeeld van. Alles komt samen en ik begrijp het. Ik mag iets willen voor mezelf. Dat is niet egoïstisch, dat is liefdevol naar mezelf toe. Zodat ik daarna ook weer liefdevol naar die ander kan zijn. Als mijn reservoir vol blijft, kan ik blijven geven. Maar dan moet ik ook blijven ontvangen. Heel bewust.

Herkenbaar?


Ik kom in mijn praktijk bosjes mensen tegen die hetzelfde doen als ik. Wellicht herken jij jezelf hier ook in. Ik zou je willen aanmoedigen om samen met mij onderweg te gaan om een betere balans te vinden. De balans van geven en ontvangen. Teken eens een weegschaal en schrijf aan de ene kant de dingen op die je geeft (die je voor een ander doet) en aan de andere kant de dingen die je ontvangt (die je krijgt van een ander of van God, of die je voor jezelf doet). Is er balans? Of verklaart jouw tekening misschien waarom je je moe en uitgeput voelt? Dan heb je iets te doen. Net als ik.

Is dat wel bijbels? Mag dat wel? Ja zeker, want Jezus zelf zei: ‘Houd net zoveel van je naaste als dat je van jezelf houdt!’

Mij zul je de komende tijd iets vaker (iets...) horen zeggen:
Omdat ik het niet wil!

3 opmerkingen:

  1. ja mooi Juud! heel goed! :) dankjewel weer voor je moed om dit te delen; jij dappere van me! <3
    draagkracht is ook een woord, wat over mij is uitgesproken en me dus herinnert aan mijn Doop. ga me er ook nog even verder in verdiepen; thanks love! xoxo

    BeantwoordenVerwijderen