"Laten we met liefde omarmen wie we wel zijn en onszelf niet veroordelen om wie we niet zijn"
De eerste regel uit het hoofdstuk dat ik voor komend studieweekend heb bestudeerd. Een zin waar je op zich al een weekend op kunt kauwen en waar velen van ons nog wel wat in kunnen leren. Voor mijzelf ook een heldere spiegel die me bewust maakt van hoe ik in het leven sta.
Onszelf veroordelen om wie we niet zijn, dat gaat ons prima af. Tenminste, laat ik het bij mezelf houden. Het gaat mij prima af. Vroeger was ik er helemaal supergoed in. Het was gewoon een kwaliteit! Ik kon het overal waar ik kwam. Als ik op een verjaardag zat viel ik stil omdat ik keek naar al die anderen die het blijkbaar supergezellig vonden en steeds weer een nieuw onderwerp hadden om over te praten. Logisch natuurlijk want zij hadden allemaal (ja ALLEMAAL) kinderen, een interessante hobby of een topbaan. Ik niet. Ik was kinderloos, vooral depressief en saai.
In de kerk deed ik hetzelfde. Ik keek op tegen de mensen met een taak, vooral een podium-taak, of bewonderde de geestelijke gaven van anderen. Ik voelde me achterblijven in alle opzichten, een stumper en ach, de dingen die ik deed in de kerk stelden ook eigenlijk niks voor.
Ik kon me ook niet voorstellen dat het leuk was om vriendin te zijn met mij. Want wat had je nou aan iemand die om de haverklap in de knoop zat met zichzelf en eindeloos kon piekeren over de dingen van het leven en van het geloof.
Ik werkte bij de sociale dienst en had daar samen met een collega een geweldig werkend systeem waardoor we tijd overhielden. In plaats van achterstanden oplopen werkten wij klussen van anderen weg en bedachten dingen om de afdeling beter te laten lopen. Maar natuurlijk vonden mijn andere collega's mij maar niks en trokken ze vooral naar mijn mede-collega toe. Die was avontuurlijk, zat vol plannen, ging stappen in het weekend en ze zag er ook nog veel vlotter uit.
Toen ik met mijn pleegdochter bij de peuterspeelzaal stond keek ik naar al die leuke moeders die elkaar allemaal al kenden. Ik kon niet bedenken hoe ik een praatje moest aanknopen...
Misschien herken je dit ook wel bij jezelf. Ben je voortdurend naar de ander aan het kijken en focus je je vooral op de dingen die jij niet hebt maar die je in de ander wel ziet. Die ander is altijd vriendelijk, zit boordevol energie, kan geweldig goed met kinderen omgaan, gaat iedere week zijn moeder helpen of op bezoek bij zijn vader die in het verzorgingscentrum zit. Die ander kan beter plannen, lekkerder koken, is modebewust en haar huis is altijd netjes. Die ander heeft een universitaire studie, een fulltime baan en gaat ieder jaar twee keer op vliegvakantie. Die ander is intelligenter, gezelliger, opener, creatiever, flexibeler en zo invoelend. Die ander leest elke dag uit de bijbel, bidt onophoudelijk, stuurt bemoedigende kaarten en helpt bij iedere activiteit in de kerk...
Des te meer je kijkt naar wat die ander heeft, des te minder waardevol lijkt alles wat jij hebt te worden. En om dat te verdoezelen proberen we ons zo goed mogelijk aan de ander aan te passen, op de ander te lijken, de ander te imiteren en rekening te houden met de ander. (Of de ander dat ook doet richting ons doet niet ter zake...). Als we daar maar lang genoeg mee doorgaan raken we onszelf langzaam maar zeker steeds meer kwijt en worden we afhankelijk van wat anderen van ons vinden en over ons zeggen. We groeien als we complimenten en aandacht krijgen en we voelen ons afgewezen als iemand onze inzet niet ziet of op waarde schat. Als iemand ons passeert terwijl wij stonden te popelen om iets goeds te doen worden we van binnen woedend. Een gevaarlijke situatie die uitermate ongezond is.
Tijdens het vorige studieweekend kwam op een gegeven moment een liedje van Harrie Jekkers aan de orde. Ik kende het liedje niet (misschien dat sommige religieuzen nu ook afhaken... het zij dan zo...) maar werd getroffen door een zinnetje: "Ik hou van jou heeft pas betekenis als je eerst kunt zeggen: "Ik hou van mij"" Thuis gekomen zocht ik de tekst op. Laat het eens op je inwerken (ik heb het iets verkort):
Ik hou van ... mij
hoor je nooit zingen
ik hou van mij
wordt nooit gezegd
maar ik hou van mij
ga ik toch zingen
want ik hou van mij, van mij alleen
en ik meen het echt
Ik hou van mij
want ik ben te vertrouwen
ik hou van mij
van mij kan ik op aan
ik hou van mij
op mij kan ik tenminste bouwen
ik hou van mij
en ik laat mij nooit meer gaan
Ik blijf bij mij
en niet voor even
ik blijf bij mij
voor eeuwig en altijd
ben zelfs bereid
m'n leven voor mezelf te geven
ik blijf bij mij
totdat de dood mij scheidt
Ik hou van mij, van mij, van mij
en van geen ander
want ik ben verreweg de leukste die ik ken
ik hoef mezelf zo nodig
voor mij niet te veranderen
ik hou van mij, mezelf
gewoon zoals ik ben
Dat hou van een ander,
dat heb jij alleen maar nodig
omdat je niet genoeg kan houden van jezelf
hou van jou joh,
maak de ander overbodig
ware liefde, geloof me, begint altijd bij jezelf.
Want ik hou van jou
is niet de sleutel tot de ander
maar ik hou van mij
al klinkt het bot en slecht
want wie van zichzelf houdt
die geeft pas echt iets kostbaars
als hij ik hou van jou
tegen een ander zegt.
"Ik hou van mij...", het klinkt wat onwennig. En zeker als je in een christelijk klimaat bent groot geworden is het bijna als vloeken in de kerk. Maar toch... ik schreef er al eerder over... zo'n gekke gedachte is het niet! Zeker niet als je naar het belangrijkste christelijke gebod kijkt: Heb God lief boven alles en je naaste als jezelf! Heb je dat ooit wel eens goed tot je door laten dringen? Die laatste twee woorden... als jezelf... als jezelf. Of heb je er, wellicht door wat je hebt meegekregen en wat je bent gaan geloven, van gemaakt: "Heb God lief boven alles en je naaste ten koste van jezelf..."
Laten we met liefde omarmen wie we wel zijn...
Inderdaad! Laten we daar nou eens een beginnetje mee maken. Het hoeft niet in één keer perfect, maar het valt te proberen. Haal je ogen van die ander af en richt ze eens naar binnen! Wie ben jij eigenlijk? Wat wil je? Wat vind je belangrijk? Wat zijn je dromen? Waar ben je goed in? Waar haal je plezier en voldoening uit? Wat siert jou? Wat is een waardevolle karaktereigenschap? Waar ben je trots op of tevreden over? Wat waren onvergetelijke momenten waar je dankbaar op terug kijkt? Kijk eens naar alles wat je wél hebt, en wie je wél bent...
Ik ben het ook aan het leren. Dat is lang geleden begonnen toen ik nog volop gesprekken had met Henry en Trudie en met de psychologe. Ze daagden me uit om zelf keuzes te maken. Om dingen te gaan doen die ík wilde. Echt, ik kon ze niet bedenken, want ik was gewend om alleen maar datgene te doen waar ik het een ander mee naar de zin maakte. Maar ze lieten het er niet bij zitten en ze geloofden in mij. De psychologe had het op de één of andere manier helemaal in zich om mij aan het eind van ieder gesprek het gevoel te geven dat ik echt heel veel in mijn mars had. Meestal ging ik opgewekt en vol vertrouwen naar huis.
Ik begon schoorvoetend en nam pianoles. Iets wat ik heel graag wilde maar waar ik nooit aan was begonnen omdat ik toch nooit zo muzikaal was als al die anderen. Ik ben geen top pianist geworden, maar wat heb ik genoten van de uren dat ik mezelf kon begeleiden bij het zingen van allerlei liederen. Zingen... ook iets dat ik graag deed. Ik gaf me op om mee te doen met een uitvoering van de Choir Company. Het was geweldig... ik ging compleet uit mijn dak! Ik zong in een koor, en niemand, echt niemand had me raar aan staan kijken!
Ik ging schrijven. Dat deed ik al natuurlijk, in mijn dagboeken, maar nooit publiek. Ik kreeg mooie reacties en drie jaar geleden kwam mijn eerste boek uit!
Inmiddels ben ik een zelfstandige praktijk gestart waar ik (relatie)therapie geef. Het was ondenkbaar voor me geweest tien jaar geleden. Natuurlijk trap ik ook nog regelmatig in de valkuil dat ik kijk naar de ander en mezelf afbrand om wat ik niet heb. Dan hoor ik iemand met een eigen praktijk die een wachtlijst heeft en dan is mijn eerste neiging mijn toko maar te sluiten omdat ik na twee jaar nog niet eens vol zit! Of... wat me pas nog overkwam toen ik mocht spreken op de vrouwendag van onze kerk en ik de deelnemerslijst bekeek... Ik zag de naam van een (door mij zeer gewaardeerde) zangeres ertussen staan en het eerste wat ik dacht was: Tjeetje... zij heeft al twee cd's uitgebracht (en ik pas één boekje...), wat heb ik eigenlijk te vertellen aan haar???
Gelukkig heb ik een heerlijke nuchtere vriendin die me heel snel weer in een normaal denkspoor duwde en kon ik er ook hartelijk om lachen toen ik de zangeres (die ook echt gewoon een mens is) ontmoette.
Ik hou van mij! Ik omarm met liefde wie ik wel ben...
Met vallen en opstaan, met soms een blinde vlek, met hier en daar een hapering en vooral met humor. Want humor relativeert alles wat ik niet ben (en soms wel had willen zijn). Heel voorzichtig begin ik te begrijpen wat Jekkers bedoelt als hij zegt:
"Want wie van zichzelf houdt
die geeft pas echt iets kostbaars
als hij ik hou van jou
tegen een ander zegt."
Hoe meer ik van mezelf kan houden en kan accepteren dat ik ben wie ik ben, ook al is dat niet in alle opzichten volmaakt en zijn er tekorten of gebreken, hoe meer ik ook het unieke en het waardevolle in die ander kan zien. Ik ga anders kijken. Niet meer op de manier van: "Zo moet ik ook worden.." of "Had ik dat maar..." maar ik kan genieten van de ander als net zo'n uniek mens als ik! Ik hoef niet langer meer te vergelijken en mijn leven naast dat van een ander te leggen. Ik ben oké, en die ander ook!
Ik heb God lief boven alles. Ik hou van mij. Ik hou van jou.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten